导航菜单
首页 >  Dit is de website van Instituut Mijnbouwschade  > Staatscourant 2022, 32189

Staatscourant 2022, 32189

TOELICHTING

Met de wijziging worden de vergoeding voor thuisblijven, de schoonmaakvergoeding, de overlastvergoeding, reiskostenvergoeding en vergoeding voor advieskosten en begeleidingskosten verhoogd. Het doel van deze wijziging is ook voor een aantal vergoedingen de wijze waarop de vergoedingen kunnen worden geïndexeerd vast te leggen in de werkwijze. Daarnaast is bepaald dat de actuele vergoedingen op de website worden gepubliceerd. Dit voorkomt dat de werkwijze jaarlijks vanwege de indexering van de vergoedingen voor bijkomende kosten moet worden aangepast.

Hieronder wordt toegelicht hoe de indexering zal plaatsvinden.

Vergoeding voor thuisblijven

De vergoeding voor thuisblijven bij schadeopname en thuisblijven bij herstel stijgt mee met tweemaal het bruto minimumloon voor 21 jarige of ouder bij een werkweek van 36 uur of hoger. Dit is een objectieve maatstaf aan de hand waarvan bepaald kan worden of hoe de thuisblijfvergoeding moet stijgen. De hoogte van deze vergoeding wordt dus omhoog aangepast, als het minimumloon stijgt en met hetzelfde percentage als het minimumloon stijgt. Er is gekozen om de indexatie van het minimumloon te volgen omdat de thuisblijfvergoeding een compensatie is voor het niet kunnen werken tijdens het thuisblijven. Per 1 januari 2023 bedraagt deze vergoeding € 100,–. Wanneer het minimumloon nadien verder stijgt, kan de thuisblijfvergoeding later verder verhoogd worden. Een verhoging gaat steeds in op 1 januari en wordt bekend gemaakt op de website van het Instituut.

Schoonmaakvergoeding

De schoonmaakvergoeding wordt verhoogd. Per 1 januari 2023 bedraagt deze € 175,–.

Overlastvergoeding

De overlastvergoedingen worden verhoogd. Per 1 januari 2023 bedragen deze vergoedingen € 300,– (in plaats van € 250,–) en € 600,– (in plaats van € 500,–).

Reiskosten, advieskosten en begeleidingskosten

Voor de indexering van de vergoedingen voor reiskosten, advieskosten en andere begeleidingskosten wordt aangesloten bij het Besluit proceskosten bestuursrecht.

Voor reiskosten wordt in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van het Besluit proceskosten bestuursrecht verwezen naar artikel 11, eerste lid en onder d van het Besluit tarieven in strafzaken. Daar is de vergoeding per kilometer bepaald. Deze bedraagt op dit moment € 0,28 per kilometer. Deze vergoeding per kilometer zal door het Instituut ook worden gehanteerd en bij verhoging van deze vergoeding, zal het Instituut deze volgen. Dit is geregeld door naar het Besluit proceskosten bestuursrecht in samenhang met het Besluit tarieven in strafzaken te verwijzen. Een verhoging van het bedrag gaat steeds in per 1 januari.

Ook voor de advieskosten en begeleidingskosten sluit het Instituut aan bij het Besluit proceskosten bestuursrecht. Voor de kosten van een deskundige wordt in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit proceskosten bestuursrecht verwezen naar de Wet tarieven in strafzaken. Hierin is geregeld dat bij algemene maatregel van bestuur tarieven worden vastgesteld, dit is het Besluit tarieven in strafzaken. In artikel 6 van dat besluit is het maximumtarief vastgesteld voor vergoeding van werkzaamheden die van niet, of in meer of mindere mate, van wetenschappelijke aard zijn. Dit tarief bedraagt op dit moment € 136,19. Het Instituut sluit aan bij deze maximumvergoeding en rond deze naar boven af op € 137,–. Bij toekomstige verhogingen is de geldende vergoeding vermeld op de website van het IMG.

Voor de indexering van deze maximumvergoeding wordt ook aangesloten bij de indexering van dit tarief uit het Besluit tarieven in strafzaken. De indexeringspercentages van dit tarief zijn gebaseerd op de loonontwikkeling in de publieke sector (Centraal Bureau voor de Statistiek, loonontwikkeling cao-sector overheid).

Uitzondering hierop zijn de juridische begeleidingskosten, hiervoor geldt in de primaire fase een hogere vergoeding van € 175,– per uur. In de bezwaarprocedure is 7:15 Algemene wet bestuursrecht en het Besluit proceskosten bestuursrecht van toepassing en worden de vergoedingen die daarin zijn bepaald gehanteerd.

Vaste datum voor indexering (1 januari)

Indien de vergoedingen voor bijkomende kosten worden geïndexeerd, gaat de verhoging altijd in per 1 januari van het betreffende jaar. Indien de vergoeding genoemd in artikel 6 (advieskosten), of artikel 11 (kilometervergoeding) van het Besluit tarieven in strafzaken wordt verhoogd gedurende het kalenderjaar, gaat die wijziging ook per 1 januari in. Dit betekent dat als er een indexering plaatsvindt van die algemene maatregel van bestuur, in alle besluiten die genomen worden vanaf 1 januari de geïndexeerde bedragen worden gehanteerd.

Groningen, 18 november 2022

S.C.J.J. Kortmann Voorzitter, tevens bestuurslid Instituut Mijnbouwschade Groningen

M.Tj. Bouwes Plaatsvervangend voorzitter, tevens bestuurslid Instituut Mijnbouwschade Groningen

P.B.M.J. van der Beek-Gillessen Bestuurslid Instituut Mijnbouwschade Groningen

C.M. van Schie Bestuurslid Instituut Mijnbouwschade Groningen

B.J. Wierenga Bestuurslid Instituut Mijnbouwschade Groningen

相关推荐: